Skip to main content
. 2013 Oct 4;7:634. doi: 10.3389/fnhum.2013.00634

Table A2.

Training sentences.

Nr. Standard Dutch Accented Dutch
1 Architecten hebben een beroep Aarchitteecten heeben een berup
2 Asperges zijn groenten Aaspeerges zeen grunten
3 Aardappels worden geschild Ardaappels woorden geschield
4 Bananen zijn fruit Bannannen zen fruut
5 Bijen vliegen rond op zoek naar voedsel Beej-jen vliggen roond oop zuk nar vudsel
6 Bevers bouwen dammen in de rivier Beffers buwwen damen ien de rivvir
7 Beren hebben vier poten Berren heeben vir potten
8 Bisschoppen dragen kleren Biesschopen draggen klerren
9 Biefstukken worden verkocht door slagers Bifstuukken woorden verkoocht dor slaggers
10 Blikopeners kunnen in winkels gekocht worden Bliekoppeners kuunen ien wienkels gekoocht woorden
11 Bromfietsen rijden op de weg Broomfitsen reeden oop de weeg
12 Chirurgen moeten lang studeren Chieruurgen mutten laang studderren
13 Druiven zijn eetbaar Druuven zeen etbar
14 Ezels dragen zware vrachten Essels draggen zwarre vraachten
15 Ezels kunnen koppig zijn Essels kuunen kooppieg zeen
16 Forellen hebben schubben Forrelen heeben schuubben
17 Ganzen kunnen ver vliegen Gaanzen kuunen veer vliggen
18 Haaien hebben sterke tanden Hajjen heeben steerke taanden
19 Heggenscharen worden in de tuin gebruikt Heegenscharren woorden ien de toen gebroekt
20 Kapiteins voeren het bevel op schepen Kaapitteins vurren het bevveel oop scheppen
21 Kasten zijn van hout Kaasten zeen vaan hoet
22 Kroketten zijn gefrituurd Krokkeetten zeen gefritturd
23 Lammetjes komen van schapen Lametjes kommen vaan schappen
24 Lepels worden gebruikt voor het eten van soep Leppels woorden gebroekt vor het etten vaan sup
25 Leeuwen hebben manen Lewwen heeben mannen
26 Luipaarden hebben een vacht Luuparden heeben ‘n vaacht
27 Makrelen ademen door kieuwen Maakrellen addeemen dor kiwwen
28 Messen worden gebruikt als keukengerei Meessen woorden gebroekt aals kukkengeree
29 Monniken wonen in een klooster Moonnieken wonnen ien ‘n kloster
30 Nachtegalen hebben veren Naachtegallen heeben verren
31 Ooms zijn deel van de familie Oms zeen del vaan de fammillih
32 Otters kunnen goed zwemmen Ooters kuunen gut zweemen
33 Pinguïns eten veel vis Piengiens etten vel vies
34 Presidenten werken in de politiek Pressideenten weerken ien de pollittik
35 Ratelslangen kruipen op hun buik Rattelslaangen kroepen oop huun boek
36 Roodborstjes hebben een snavel Rodboorstjes heeben een snaffel
37 Schuurtjes worden gebruikt voor opslag Schurtjes woorden gebroekt vor oopslaag
38 Slagers hebben winkels Slaggers heeben wienkels
39 Sloffen worden gemaakt in een fabriek Sloofen woorden gemakt ien ‘n fabbrik
40 Tantes zijn altijd vrouwen Taantes zeen aalteed vroewen
41 Tijgers hebben een staart Teegers heeben ‘n start
42 Tomaten groeien aan planten Tommatten grujjen an plaanten
43 Vaders zijn ouders Vadders zeen oeders
44 Vlinders hebben voelsprieten Vlienders heeben vulspritten
45 Wandelschoenen zijn gefabriceerde goederen Waandelschunnen zeen gefaabrisserde gudderen
46 Wijflessen hebben een kurk Weenfleessen heeben ‘n kuurk
47 Wetenschappers moeten lang studeren Wettenschaapers mutten laang studderren
48 Wortels groeien in een moestuin Woortels grujjen ien ‘n mustuun

Only vowels bearing primary or secondary lexical stress were included in the conversion of the orthography.