TABLE 4.

Substrate preference of MLH from R. erythropolis DCL14

Substrate	Relative activitya (%)
ɛ-Caprolactone	100
(4R)-4-Isopropenyl-7-methyl-2-oxo-oxepanonebc	82
(6R)-6-Isopropenyl-3-methyl-2-oxo-oxepanonebc	34
(4S,7R)-7-Isopropyl-4-methyl-2-oxo-oxepanone	1.4
(4R,7S)-7-Isopropyl-4-methyl-2-oxo-oxepanone	0.6
4-Methyl-2-oxo-oxepanonede	0.5
5-Methyl-2-oxo-oxepanonee	0.7
6-Methyl-2-oxo-oxepanonede	1.3
7-Methyl-2-oxo-oxepanonee	8.1
ɛ-Decalactonee	<1
δ-Valerolactone	9.7
γ-Valerolactonee	<1
Ethyl acetate	1.9
Ethyl caproate	23
Ethyl-6-hydroxyhexanoate	0.9
3,6-Dihydro-4,6,6-trimethyl-2H-pyran-2-one	<1
5,6-Dihydro-2H-pyran-2-one	<1

^a100% = activity with ɛ-caprolactone. 

^bDiastereomeric mixture. 

^cDetermined in isomeric mixture of 4-isopropenyl-7-methyl-2-oxo-oxepanone and 6-isopropenyl-3-methyl-2-oxo-oxepanone. 

^dDetermined in isomeric mixture of 4- and 6-methyl-2-oxo-oxepanone. 

^eRacemic mixture.