Verpleegkundigen bieden lang niet altijd compassievolle zorg. Daarom is onderzoek verricht naar de manier waarop startende verpleegkundigen compassie in hun werk ervaren en welke strategieën zij inzetten om compassie in hun zorgverlening te geven en ontwikkelen. Het verkregen inzicht kan helpen voorkomen dat ze het vak vroegtijdig de rug toekeren.
Compassie wordt door verpleegkundigen gezien als kernwaarde voor goede verpleegkundige zorg.1 Een veelgebruikte definitie van compassie is dat het een reactie betreft op mensen die ziek of kwetsbaar zijn met als doel hun lijden te verlichten.2 Margreet van der Cingel identificeerde zeven manieren om compassie te uiten: aandacht geven, actief luisteren, het benoemen van leed, betrokkenheid, actief helpen, aanwezig zijn en begrip tonen.3
Compassievolle zorg bieden is betekenisvol voor verpleegkundigen. Het versterkt de vertrouwensrelatie tussen de patient en de verpleegkundige.3 Ook patiënten hebben behoefte aan compassievolle zorg, het helpt hen om te gaan met tegenslagen en draagt bij aan een positieve houding naar herstel.4
Toch laten recente cijfers zien dat compassievolle zorg geen vanzelfsprekendheid is. Zo geeft slechts 53 procent van 800 patiënten aan dat zij compassievolle zorg hebben ervaren in het ziekenhuis waar zij verbleven.4 Vooral beginnende verpleegkundigen hebben veel moeite om compassie te leren uiten. Ze geven aan dat zij andere verwachtingen hadden toen ze aan de opleiding begonnen.5 In de praktijk blijkt dat er een stevige focus ligt op de verantwoording van zorg en de registratielast die daarbij komt kijken. Er ligt ook een nadruk op kosteneffectiviteit en het afronden van taken binnen een strakke tijdsdruk. Deze aspecten krijgen vaak voorrang, waardoor er minder aandacht is voor het ontwikkelen van compassievol gedrag, terwijl dit wel de motivatie van startende verpleegkundigen was om überhaupt verpleegkundige te worden.6
Als het verpleegkundigen niet lukt compassievolle zorg te bieden terwijl ze dit wel willen, is er risico op compassiemoeheid. Compassiemoeheid kan op korte termijn leiden tot onzekerheid over het eigen handelen, een lagere werktevredenheid en schuldgevoelens. Op de lange termijn kan compassie-moeheid leiden tot burnout en uitstroom van verpleegkundigen.7
In de hieronder beschreven studie is onderzoek gedaan naar hoe startende verpleegkundigen compassie in hun werk ervaren en welke strategieën zij inzetten om compassievolle zorg te bieden of te ontwikkelen. Met dit onderzoek wordt inzicht verkregen in hoe voorkomen kan worden dat jonge verpleegkundigen het beroep vroegtijdig verlaten.
Diepte-interviews
In de kwalitatieve studie zijn 14 diepte-interviews gehouden met hbo-opgeleide verpleegkundigen (tien vrouwen, vier mannen) met nul tot vijf jaar werkervaring. Hun leeftijd varieerde van 21 tot 30 jaar en het gemiddeld aantal jaren werkervaring was twee. De deelnemers waren werkzaam in de wijkverpleging, het ziekenhuis (geriatrie, neurologie en IC) en revalidatie-instellingen.
De onderzoekers hebben thematische analyse toegepast. Daarbij zijn - vanuit 93 open codes - 12 categorieen en vier overstijgende thema's gevonden. Vanuit de omschrijvingen van deze thema's is de relatie tussen de thema's aangegeven (zie figuur 1).
Deze thema's kwamen naar voren uit de interviews:
Compassie als onderdeel van de professionele identiteit.
Het zoeken naar een balans in positief en negatief beïnvloedende factoren.
Strategieën voor hoe om te gaan met de negatief beïnvloedende factoren.
Het groeien van het zelfbewustzijn en ontwikkelen van compassievol gedrag.
Professionele identiteit
Verpleegkundigen gaven aan dat zij compassie beschouwen als een kernwaarde van goede verpleegkundige zorg en de motivatie om verpleegkundige te worden. Compassie is onderdeel van wie ze zijn als verpleegkundige en wordt een persoonlijke karaktertrek genoemd. De manier waarop compassie wordt geuit, wordt veelal bepaald door hun persoonlijke waarden zoals: het willen bieden van veiligheid, humor, integriteit, respect en vertrouwen.
Het blijkt dat verpleegkundigen zowel een actieve als meer ingetogen vorm van compassievol gedrag onderscheiden. Bij sommigen betekent compassievol gedrag het opkomen voor de wensen van patiënten richting artsen of extra moeite doen. Anderen geven aan dat juist een rustige houding, kalmte uitstralen, luisteren en aanwezig zijn beter bij hen past. Hieruit blijkt dat het karakter van de verpleegkundige de manier van compassievol gedrag deels beïnvloedt, naast vaak sterker beïnvloedende factoren vanuit de omgeving.
Balans zoeken
Startende verpleegkundigen ervaren spanning tussen hun eigen waarden en wat de omgeving van hen vraagt. Factoren als personeelstekort, tijdsdruk en registratielast beïnvloeden compassievol gedrag negatief. Ook de teamcultuur en collegiaal gedrag hebben een duidelijk effect. Zo kunnen rolmodellen startende verpleegkundigen ondersteunen in compassievol gedrag. Het bleek ook helpend te zijn wanneer er een 'klik' is met een patiënt. Zo gaf een verpleegkundige aan dat ze zich identificeerde met een patient - hij had dezelfde leeftijd en hobby's en was ook verpleegkundige. Hierdoor was het eenvoudiger om compassievol gedrag te tonen.
De deelnemers benoemen vaak dat zij onzeker waren als beginnend verpleegkundige. Ze hebben niet altijd de moed voor zichzelf op te komen wanneer ze compassievol gedrag willen tonen. Ze zijn bang voor negatieve reacties van zowel patiënten als collega's op hun werk, omdat ze het gevoel hebben dat vooral waarde gehecht wordt aan het afronden van taken. Daardoor twijfelen ze of ze wel het goede doen als verpleegkundige.
Strategieën
Verpleegkundigen benoemen meerdere strategieën die hen hielpen in het balanceren tussen de negatieve omgevingsfactoren en hun eigen waarden. Een veelgenoemde strategie is opkomen voor de eigen waarden, vooral door met collega's in gesprek te gaan over hoe dingen anders kunnen. Deze verpleegkundigen richten zich sterk op het kiezen van een eigen pad, zonder dat dit te zeer beïnvloed wordt door de mening van anderen. Ze nemen een actieve rol bij het oplossen van een moeilijke situatie en zien compassievol gedrag als prioriteit. Andere verpleegkundigen kiezen een meer terughoudende manier in het omgaan met belemmerende factoren. Ze besluiten compassievol gedrag in te plannen, bijvoorbeeld door momenten te kiezen waarop het minder druk is. Ook zijn er verpleegkundigen die zich conformeren door de situatie te accepteren zoals die nu eenmaal is. Tegelijkertijd benoemt deze laatste groep verpleegkundigen snel cynisch te worden wanneer zij dingen moeten doen die ze niet als zinvol beschouwen.
'Slechts 53 procent van de ziekenhuispatiënten ervaart compassievolle zorg'
Bijna de helft van de verpleegkundigen lukt het niet compassievol gedrag te tonen zoals ze dat eigenlijk zouden willen. Dit geeft verpleegkundigen een gevoel van machteloosheid, falen, schuld en frustratie. Sommigen benoemen de huidige situatie als onhoudbaar en beschrijven een negatief beeld van het beroep. Enkelen overwegen het vak daarom te verlaten.
GroeienD zelfbewustzijn
Startende verpleegkundigen ervaren in de eerste jaren in de praktijk dat de nadruk vooral ligt op het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen en het afronden van taken. Ze merken dat ze nog niet bekwaam zijn in alle handelingen en vinden dat dit afbreuk doet aan hun kwaliteiten als verpleegkundige. Ze hebben het idee niet te kunnen voldoen aan de verwachtingen en leggen de focus op functionele uitvoering van taken en pas in tweede instantie op compassievolle zorg.
Tegelijkertijd noemen verpleegkundigen dat ze naarmate de tijd vordert steeds meer routine krijgen in het uitvoeren van technische vaardigheden en het efficiënt combineren van taken. Ook ontstaat meer zicht op de ins & outs van een organisatie, wat rust geeft en meer ruimte voor 'de andere kant van het vak'. Men geeft aan meer ervaren en zeker te worden in het omgaan met situaties van verdriet en pijn en zich meer bewust te worden van gedrag dat helpt het lijden bij zorgvragers te verlichten of weg te nemen. Het zelfvertrouwen neemt toe, waardoor verpleegkundigen beter compassie durven tonen.
Discussie
De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat de deelnemers compassie vaak zien als karaktereigenschap en onderdeel van de persoonlijkheid van een verpleegkundige. Dit proces kan echter als socialisatie worden beschouwd, waarbij de professionele groei vooral bepaald wordt door de manier waarop normen en waarden onderdeel worden van het handelen. Socialisatie vindt plaats in fasen, waarbij de verpleegkundige door ervaringen, morele ontwikkeling en de vorming van waarden als moed, compassie en integriteit de (beroeps)identiteit opbouwt.8,9 Het blijkt in dit onderzoek dat compassie in eerste instantie wordt ervaren als een impliciete waarde; jonge verpleegkundigen zijn zich nog niet altijd bewust van de waarde van compassievolle zorg. Naarmate zij meer persoonlijke ervaringen opdoen in de praktijk, wordt die waarde meer zichtbaar en versterkt deze de professionele identiteit. Verpleegkundigen krijgen meer zelfvertrouwen en waarden worden op een meer expliciete manier geuit.
Opmerkelijk is dat veel jonge verpleegkundigen het gevoel hebben dat ze moeten balanceren tussen hun eigen waarden en wat de praktijk van hen vraagt. Er zijn verschillende strategieën aan het licht gekomen voor hoe verpleegkundigen hiermee omgaan, zoals het opkomen voor eigen inzichten en conformerend gedrag. Verpleegkundigen gaan op zoek naar de voor hen best passende wijze. Zich conformeren betekent meestal dat zij de situatie accepteren zoals deze is. Opvallend is dat de groep verpleegkundigen die opkomt voor de eigen ideeën naar eigen zeggen vaak beter in staat is om compassievol gedrag te tonen.6 Dit wordt ook in andere
studies gezien: probleemoplossende copingstrategieën zijn vaak effectiever
dan vermijdende strategieën. Daarnaast hebben personen die vermijdende copingsstrategieën toepassen vaker depressieve klachten en zijn ze minder stressbestendig.10 Dit impliceert een groter risico op vroegtijdige uitval of het verlaten van het vak.11
Het moeten balanceren tussen omgeving en eigen waarden levert onzekerheid op en kan onrust veroorzaken. Telkens moet worden gezocht hoe deze disbalans gecompenseerd kan worden. Verpleegkundigen die meer vermijdende strategieën inzetten, ervaren dit als zwaar en hebben het idee dat ze steeds achter de feiten aanlopen. Verpleegkundigen die wel voor zichzelf opkomen, hebben het gevoel dat ze zelf actief sturen in de balans tussen omgeving en hun eigen waarden.11
Aanbevelingen
Een positieve cultuur op de werkplek blijkt compassievol gedrag van starters te stimuleren. Daarom zijn een lerende omgeving en de inzet van rolmodellen aan wie starters zich kunnen optrekken belangrijk en aanbevelingswaardig. Ten tweede is het belangrijk gedrag te stimuleren waarbij verpleegkundigen opkomen voor eigen waarden en hierin lef tonen, omdat daarmee compassievol gedrag en behoud van verpleegkundigen worden bevorderd. Ook in het onderwijs, tijdens de opleiding, kunnen starters op dit punt expliciet voorbereid worden, bijvoorbeeld door simulatie van de praktijk in rollenspellen, discussie rondom ethische thema's en intervisie.10
'Rolmodellen aan wie starters zich kunnen optrekken zijn belangrijk'
Conclusie
Onderzocht zijn de beleving van jonge verpleegkundigen betreffende compassie en de strategieën die zij gebruiken om compassievolle zorg te tonen. Starters koppelen de eigen waarden aan compassie en noemen compassievolle zorg een onderdeel van hun professionele identiteit. De wijze van balanceren tussen negatieve omgevingsfactoren en de eigen waarden beïnvloedt starters sterk in hoe ze compassie laten zien en ontwikkelen. Vooral factoren als tijdsdruk, een focus op registratie, negatieve teamcultuur en persoonlijke onzekerheden belemmeren compassievol gedrag. De resultaten laten twee strategieën zien die verpleegkundigen vervolgens toepassen: opkomen voor eigen ideeën of conformerend gedrag. Wanneer ze op deze wijze compassie succesvol kunnen tonen en ontwikkelen, worden verpleegkundigen zich meer bewust van de waarde van compassie en wordt het onderdeel van de professionele identiteit. Wanneer het niet lukt, ervaren jonge verpleegkundigen een lagere werktevredenheid en overwegen sommige het beroep vroegtijdig te verlaten.
Referenties
Van der Cingel M. Compassion: The missing link in quality of care. Nurse Education Today. 2014; 34:1253-57.
Strauss C, Taylor BL, Gu,J, e.a. What is compassion and how can we measure it? A review of definitions and measures. Clinical Psychology Review. 2016;47:15-27.
Van der Cingel CJM. Compassie in de verpleegkundige praktijk: Een leidend principe voor goede zorg. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers. 2012.
Sharp S, McAllister M & Broadbent M. The vital blend of clinical competence and compassion: How patients experience person-centred care. Contemporary Nurse. 2016;52: 300-12.
Sinclair S, Norris JM, McConnell SJ, e.a. Compassion: A scoping review of the healthcare literature. BMC Palliative Care. 2016;15:6.
Curtis K, Horton K & Smith P. Student nurse socialisation in compassionate practice: A grounded theory study. Nurse Education Today. 2012; 32:790-5.
Yoder EA. Compassion fatigue in nurses. Applied Nursing Research. 2010; 23:191-7.
Ranjbar H, Joolaee S, Vedadhir A, e.a. Becoming a nurse as a moral journey: A constructivist grounded theory. Nursing Ethics. 2016; 0969733015620940.
Bisholt BKM. The professional socialization of recently graduated nurses - experiences of an introduction program. Nurse Education Today. 2011; 32:278-82.
Valentine PE. Management of conflict: Do nurses/women handle it differently? Journal of Advanced Nursing. 1995; 22:142149.
Ten Hoeve Y, Castelein S, Jansen G, e.a. Dreams and disappointments regarding nursing: Student nurses' reasons for attrition and retention. A qualitative study design. Nurse Education Today. 2017;54:28-36.
Mellor P, Gregoric C & Gillham D. Strategies new graduate registered nurses require to care and advocate for themselves: A literature review. Contemporary Nurse. 2017;53:390-405.
Samenvatting.
Verpleegkundigen zien compassie als kernwaarde voor goede verpleegkundige zorg.
Vooral beginnende verpleegkundigen hebben veel moeite om compassie te leren uiten. Tijdsdruk, registratie, een negatieve teamcultuur en persoonlijke onzekerheden belemmeren compassievol gedrag.
Beginnende verpleegkundigen kunnen vervolgens twee strategieen toepassen: opkomen voor eigen ideeën of conformerend gedrag.
Zo kunnen zij zich meer bewust worden van de waarde van compassie en wordt het onderdeel van de professionele identiteit.
Contributor Information
Margreet van der Cingel, Email: margreet.van.der.cingel@nhlstenden.com.
Alke Nijboer, Email: redactietvz@bsl.nl.